Vogels


Met de meeste trekvogelsoorten die niet in het waddengebied broeden, gaat het goed. Een sinds 1980 gemiddeld stijgende lijn in aantallen lijkt stabiel te worden. De broedvogels doen het minder goed, volgens gegevens uit het reproductiemeetnet Waddenzee. Het komt vaker voor dat hoge waterstanden bij zomerstormen legsels wegspoelen. Andere negatieve invloeden kunnen zijn: bedreiging door roofdieren (vooral op het vasteland) en gebrek aan voedsel (bijvoorbeeld door afwezigheid of onbereikbaarheid van jonge vis).

Vogeltellingen

Vogels zijn altijd al intensief bestudeerd. Rijkswaterstaat en het ministerie van EZ tellen wad- en watervogels vanuit schepen en vliegtuigen. Er bestaat een groot netwerk van vrijwilligers die, gecoördineerd door SOVON, vogeltellingen uitvoeren. Zo worden wadvogels elke maand in het hele Waddengebied tijdens hoogwater geteld. Daarnaast zijn er specifieke meetprogramma’s voor kenmerkende waddensoorten zoals de lepelaar, de grote stern en de kanoet. Ook worden nesten en slaapplaatsen in kaart gebracht, het overlevingspercentage van jonge vogels bepaald en vogels voorzien van pootringen om hun trekgedrag te leren kennen.

Uitgelicht: monitoring strand Ameland

Strand Ameland steeds geschikter voor strandplevier

Het Noordzeestrand op het westelijke deel van Ameland ontwikkelt zich steeds meer tot een gebied waar strandbroeders goed kunnen nestelen. Met name de zeldzame strandplevier profiteert daar van. In 2017 was er slechts één broedpaar. Afgelopen seizoen ging de teller al naar meer dan zestien. De verwachting is dat dit aantal de komende jaren verder kan toenemen.
 
Dit blijkt uit de jaarlijkse tellingen en monitoring tussen paal 4 en 11, ruwweg tussen Nes en Hollum. De rapportage uit 2020 (pdf, 4.7 MB) wordt uitgevoerd door ecoloog Johan Krol van Natuurcentrum Ameland. Rijkswaterstaat is opdrachtgever voor de monitoring vanuit het Beheerplan Natura-2000.

De monitoring van de strandbroeders maakt onderdeel uit van de Basismonitoring Wadden die opgezet is om de ontwikkelingen in het Waddengebied in de gaten te houden.

Positieve ontwikkeling

De laatste jaren heeft van de strandbroeders de Strandplevier het in Nederland veelal moeilijk. Ameland lijkt zich nu tot een positieve uitzondering te ontwikkelen. Over een lengte van 4,7 km werden dit jaar 16 nesten van de Strandplevier waargenomen. Tegelijkertijd zijn er waarnemingen van jonge vogels die duiden op meer uitgekomen nesten die niet gevonden zijn. Dat geeft ook maar aan hoe goed de nesten zijn gecamoufleerd.

Veertien nesten hebben niet geleid tot broedsucces. In vijf gevallen is dat het gevolg van natuurlijke oorzaken, bij de andere gevallen is dat ook waarschijnlijk. Ecoloog Krol kijkt, in samenwerking met Rijkwaterstaat, welke mogelijkheden er zijn om het broedsucces voor komend seizoen te verbeteren.